1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21-22-23-24-25

De bouw


De Olympic het zusterschip van de Titanic op een vooroorlogse foto.


December l908 begon een nieuwe periode van gegarandeerd werk en inkomen voor de 14.000 werknemers van de werf Harland & Wolff. Er werd een begin gemaakt met de kiellegging van bouwnummer 400, de Olympic, het eerste van de drie nieuwe grote schepen.

De kiel van dit mammoetschip was zo groot, dat het zes weken werk kostte totdat die gelegd en voltooid was. De constructie van de dubbele bodem voor bouwnummer 400 was nog niet klaar, toen op 31 maart 1909 al begonnen werd met het leggen van de kiel van het volgende schip, bouwnummer 40l, de Titanic. Een strakke planning moest er voor zorgen dat de Olympic zeven maanden eerder dan de Titanic te water gelaten kon worden. Die zeven maanden waren nodig voor de afbouw.


De kiel van de Titanic op de bouwwerf van Harland & Wolff


Het nieuw gegraven dok zou dan vrij zijn voor het laatste deel van haar afbouw. Daardoor vorderde de bouw van de Titanic iets trager dan van haar zusterschip. Het was een mierenhoop van mensen die timmerend, sjouwend en klinkend overal in en rond de twee schepen hun werk deden om hun 2 pond per week te verdienen. Door 's avonds en op zaterdagmiddag over te werken kon dat inkomen meer dan verdubbeld worden maar verplichte vrije dagen, twee met kerst en pasen en een week in juli, werden niet doorbetaald, net zo min als een door de werf aangekondigde feestdag voor een tewaterlating. Zo'n feestdag betekende voor de arbeiders niet meer dan dat een deel van hun moeizaam gespaarde geld moest worden aangesproken.

31 Mei 1911 was zo'n feestdag. Ruim zeven maanden nadat de Olympic te water was gelaten, was het die dag de Titanic die de helling af zou lopen. Voor Harland & Wolff en de White Star Line was het een dubbele feestdag. Na de tewaterlating van de Titanic zou de Olympic overgedragen worden. Afgebouwd en haar korte proefvaart voltooid lag ze onder stoom voor anker in Belfast Lough te wachten om de speciale gasten van de White Star Line te ontvangen en hen terug te brengen naar Engeland. Het mooie voorjaarsweer, dat toch al zo zeldzaam is voor Belfast, bracht heel wat mensen op de been. Om elf uur was Corporation Street al verstopt met verkeer, wandelaars en extra trams propvol met toeschouwers die allemaal op weg waren naar de Albert Quay. De havenautoriteiten hadden een deel van de kade afgezet en rekenden een paar shilling entree, die ten goede zouden komen aan de ziekenhuizen van Belfast. Spencer Basin, aan de voet van de helling waarop de Titanic stond, lag als vanouds vol met stapels hout en bergen steenkool. Het was er smerig en stoffig, maar het uitzicht op de Titanic was er goed en gratis.


Een anker van de Titanic wordt met 20 paarden naar het schip vervoerd. Er waren drie ankers voorzien voor de Titanic met een totaal gewicht van 31 ton.


Hier waren de duizenden arbeiders van de werf, die geen uitnodiging hadden gekregen, naar toe getrokken om hun eigen werk de rivier in te kunnen zien glijden. Met heel wat meer luxe en elegance konden de dames en heren die wel uitgenodigd waren, de tewaterlating afwachten. Speciaal voor hen had de werf een enorme tribune laten neerzetten waar met gemak een paar honderd mensen een plaats konden vinden. De tribune werd grotendeels bevolkt door de tekenaars, ontwerpers en scheepsbouwdeskundigen van Harland & Wolff. Het hogere personeel en hun aanhang konden de werf en deze tribune alleen betreden op vertoon van de speciaal voor deze gelegenheid gedrukte uitnodiging. Een tweede tribune was gereserveerd voor de kleine honderd man pers uit Engeland die ook voor deze gelegenheid, samen met andere gasten, in een speciaal voor hen gecharterde veerboot waren overgekomen. Het mooie warme voorjaarsweer maakte dat de tribunes zich al vroeg vulden. Wachtend op de dingen die zouden komen, koesterden de dames zich in de zon of zochten de schaduw onder hun parasol. Zelfs de pers was, ondanks een ontvangstreceptie, vroeg ter plekke. Dat de pers belangstelling toonde was op zich al een wonder, want de tewaterlating van de Titanic zou niet anders zijn dan die van de Olympic, zeven maanden eerder.


Het roer van de Titanic woog 101 ton. Het was uit zes afzonderlijke stukken opgebouwd. Het ogenschijnlijke grote roer van de Titanic was voor het schip eigenlijk aan de kleine kant. Dit maakte dat de Titanic nogal wat tijd nodig had om aan de roerslagen te gehoorzamen.


Voor de White Star Line, die de pers het reisje naar Belfast had aangeboden, was het dan ook niet de tewaterlating van de Titanic die zo belangrijk was dat de pers er massaal voor moest worden uitgenodigd, maar wel de indienststelling van hun nieuwe schip de Olympi', waar de maatschappij graag veel aandacht voor wenste. Tegen twaalven kwamen de belangrijkste gasten op de werf aan. Bruce Ismay met zijn vrouw, Lord en Lady Pirrie, die die dag beiden ook hun verjaardag vierden, en J. Pierpont Morgan in hoogst eigen persoon, helemaal over uit New York. Tenslotte was hij de belangrijkste man in het gezelschap en met zijn Amerikaanse IMM de feitelijke eigenaar van de Titanic. Samen met een aantal andere belangrijke gasten namen zij plaats op een derde, speciaal voor hen gebouwde tribune. Vlak voor hen torende de Titanic hoog boven hen uit met op het hoogste punt van de hellingstellage de vlaggen van Amerika, Engeland en de White Star Line broederlijk naast elkaar.


De officiële uitnodiging van de tewaterlating van de Titanic.


Lord Pirrie, die gewend was zijn werf als een tiran en met ijzeren vuist te leiden, was die dag in een opperbeste stemming. Streng, maar opgewekt hield hij samen met Ismay persoonlijk een laatste inspectietocht. De twee mannen liepen langs de verschillende grote instrumenten die voor de tewaterlating belangrijk waren: de eigenaardige handbediende hydraulische pomp naast het schip, de mechanische klinken onder de romp, de grote ramblokken voor bij de boeg en tenslotte de lange hydraulische rammen helemaal vooraan. Om vijf over twaalf kwamen ze bij de andere gasten terug. Op het achterschip van de Titanic werd net een rode vlag gehesen ten teken dat de tewaterlating zou beginnen. Vijf minuten later, 12.10 uur, werd een rode vuurpijl afgeschoten; nog vijf minuten tot het grote moment. Onder het schip waren nog een paar man hard aan het werk om de laatste stoppers weg te slaan. Ze werden nu door hun voorman teruggeroepen. De Titanic lag toen met haar volle gewicht op twee glijbanen die met drie ton zachte zeep, vijftien ton kaarsvet en vijf ton walvistraan vermengd met kaarsvet waren ingesmeerd om zo het schip soepel het water in te laten glijden. De bijna 25.000 ton, die het hele gevaarte woog, zou bij dit mooie warme weer de zachte, gladde massa snel uit de glijbaan weg kunnen drukken waardoor de Titanic muurvast zou komen te staan. Waarschijnlijk om die reden werd al om 12.14 uur, een minuut eerder dan gepland, door Lord Pirrie, met een enkele wenk, het sein gegeven voor de tewaterlating. Een voorman haalde de handel van de hydraulische pers over en daarmee was de ceremonie feitelijk over. Geen toespraken, geen dame die de naam Titanic aan de romp gaf en haar een behouden vaart toewenste, en geen fles champagne die kapot werd geslagen. Alleen een korte wenk van een strenge man. Maar het had wel hetzelfde resultaat. De pal kwam vrij. De grote plunjers van de rammen oefenden druk uit op de blokken voor onder de boeg om de massa het eerste duwtje te geven, dat nodig was voor de overwinning van de wrijving, en met een harde droge knal zette de stalen kolos zich in beweging.


De tewaterlating van de Titanic duurde welgeteld 62 seconden.


De schok van de rammen, de eerste beweging en het tot leven komen van de romp werd het eerst opgemerkt door de mannen op het schip. Een paar begonnen te juichen en dat werd onmiddellijk enthousiast overgenomen door collega's en toeschouwers op de werf en langs het water. Werf - en scheepsfluiten loeiden. Het geraas van de tonnen zware remkettingen zwol aan en zwakte af. 62 seconden later lag de Titanic in de rivier. Heel even deinde ze nog wat na, toen lag de romp weer even roerloos als daarvoor, alleen nog maar groot te zijn. In deze korte tijd had de Titanic een snelheid bereikt van ongeveer 23 km per uur, maar de drie grote ankers en 80 ton remketting hadden haar zo snel afgeremd dat er geen grote golf was ontstaan. Met droge voeten keerden de toeschouwers van de Albert kade weer langzaam terug, richting stad. Eén man had geen geluk gehad met de tewaterlating. James Dobbins, 43 jaar oud, had het ongeluk dat een stopper, die hij moest verwijderen, onder de druk van de romp spleet en een grote splinter in zijn been dreef. Een operatie mocht niet meer baten. De volgende dag stierf hij aan kneuzingen en een shock. Terwijl de Titanic langzaam door vijf sleepboten naar de afbouwkade gesleept werd, leidde Lord Pirrie zijn voorname gast en naar het directiegebouw, van de werf voor een intieme lunch. De overige gasten vertrokken richting stad om in het Grand Central Hotel van een galalunch te genieten die Harland & Wolff hen aanbood. Met wat runderfilet en een glas Chateau Larose 1888 stemde Harland & Wolff zijn onderbetaalde en overwerkte beambten weer voor een lange tijd tevreden. Voor de pers gaf de White Star Line in hetzelfde hotel later op de dag een diner. De maatschappij leek het beter om de Engelse pers met vertrouwd voedsel in een goede stemming te houden, want ook al was de menukaart in het Frans gesteld, het diner bestond uit, zeer Engels, komkommersalade, schapevlees en vruchtengelei toe. Dat was de juiste beslissing. De pers was zeer tevreden en goed gemutst. Dezelfde avond nog stuurden de jongens van de kranten gezamenlijk een gelukstelegram aan Lord en Lady Pirrie om hen te feliciteren met de Olympic, de Titanic en hun verjaardag. Geen van de kranten had de volgende dagen enige kritiek op de tewaterlating, of vond dat die te sober was geweest. Integendeel, de bekende maritieme journalist Frank T. Bullen prees Harland & Wolff voor de sobere ceremonie zonder trompetgeschal en vaandels, dat was de 'Britse wijze, zo hoorde het', stelde hij tevreden vast. Maar deze sobere ceremonie bij de tewaterlating van het schip, met drie speciaal gebouwde tribunes, twee lunchpartijen, een diner voor honderden gasten en een speciaal gecharterde veerboot om hen te vervoeren, was in feite niet meer en niet minder dan de gewoonte van zowel de White Star Line als van de werf Harland & Wolff. Een arbeider had het een bezoeker, al vroeg die dag, even simpel als duidelijk uitgelegd toen hij droog opmerkte: "We bouwen haar en we schuiven 'r d'r in". Voor de werfarbeiders van Belfast was het allemaal feitelijk ook niet meer dan dat geweest.